Ons Melkwegstelsel en zijn begeleiders

Andere talen: Engels [EN]    |    Romanian [RO]

Ons Melkwegstelsel en zijn begeleiders

Op deze pagina zijn enige afbeeldingen en achtergrondinformatie verzameld over ons Melkwegstelsel en zijn begeleiders. Deze informatie is verre van compleet, werd vergaard van verscheidene bronnen op het internet (zoals ondermeer het Astronomy Picture of the Day Archief en het Anglo-Australian Observatory) en verschijnt hier zonder enige garanties wat betreft correctheid. Voor het merendeel van de afbeelding geldt dat er copyright op rust.

Visseooglensopname van de Zuidelijke Sterrenhemel

SouthernSky_fisheye.gif

Credit en Copyright: G. Garradd

De nachthemel van horizon tot horizon boven Loomberah, Nieuw-Zuid-Wales (Australië) zoals op 22 maart 1996 gefotografeerd door sterrenkundige Gordon Garradd. Garradd maakte gebruik van een zelfgebouwde all-sky camera op basis van een visseooglens, wat resulteerde in een cirkelvormig, 200° bestrijkend beeldveld. Dit prachtige uitzicht op de hemel wordt gedomineerd door de zwaklichtende band van De Melkweg, doorsneden door dramatische, donkere, interstellaire stofwolken. Behalve de helderste sterren van ons Melkwegstelsel is ook de Grote Magelhaanse Wolk zichtbaar (rechtsboven op ongeveer 1 uur volgens de wijzers van de klok), evenals de lange, blauwgetinte staart van komeet Hyakutake (onder in beeld, nabij de heldere ster Arcturus). Heldere stadslichten van het nabije Tamworth veroorzaken de gloed langs de noordwestelijke horizon.

Ons Melkwegstelsel – Een spiraalstelsel van het type SBbc, met de kern in Sagittarius

Milky Way Center

Credit: W. Keel (Univ. van Alabama in Tuscaloosa), Cerro Tololo (Chili)

De hemel in de richting van het centrum van ons Melkwegstelsel telt vele hemelwonderen. De meeste daarvan zijn reeds zichtbaar met behulp van een verrekijker. Het beeldveld bestrijkt ondermeer de sterrenbeelden (gevormd door nabijere sterren) Sagittarius, Libra, Scorpius, Scutum, en Ophiuchus. Dit gebied bevat vele nevels, open sterrenhopen en bolhopen. Het bevat ook Baade's Window.

De Melkweg is het melkwegstelsel waarin zich ons Zonnestelsel bevindt, evenals tenminste 200 miljard andere sterren en hun planeten, en duizenden sterrenhopen en nevels waaronder vrijwel alle objecten in Messier's catalogus die zelf geen melkwegstelsels zijn (met als enige mogelijke uitzondering M 54, die misschien deel uitmaakt van SagDEG, een klein melkwegstelseltje dat op dit moment dicht langs ons Melkwegstelsel scheert en dus voor zover we weten onze meest nabije intergalactische buur is). Alle objecten in het Melkwegwegstelsel bewegen zich in een baan rondom het gezamelijke massamiddelpunt, het Melkwegcentrum (zie hieronder).

De Melkweg is een behoorlijk groot melkwegstelsel, met een massa die waarschijnlijk ergens tussen de 750 miljard en 1000 miljard zonsmassa's ligt en een diameter van rond de 100.000 lichtjaar (ruim 30.000 kiloparsec). Radiometingen van de verdeling van waterstofwolken hebben aangetoond dat De Melkweg een spiraalstelsel is van Hubble type Sb of Sc. Recentere metingen van het DIRBE instrument aan boord van de COBE satelliet leverden overtuigend bewijs dat ons Melkwegstelsel een balkspiraal (SB) in plaats van een gewone spiraal (S) is.

cobe_milkyw.gif

Credit: COBE/DIRBE - NASA/Goddard Space Flight Center

Aangezien we ons in de buitengebieden van dit melkwegstelsel bevinden op slechts zo'n 20 lichtjaar boven het equatoriale symmetrievlak maar zo'n 28.000 lichtjaar vanaf het Melkwegcentrum, verschijnt De Melkweg als een zwaklichtende band rondom de hemel langs dit symmetrievlak, dat de "Galactische Evenaar" wordt genoemd. Het centrum bevindt zich in de richting van het sterrenbeeld Sagittarius, maar dicht bij de grens met zowel de naburige sterrenbeelden Scorpius en Ophiuchus. De afstand van 28.000 lichtjaar werd bevestigd door metingen van ESA's astrometrische Hipparcos satelliet.

Afbeeldingen van De Melkweg zijn extreme groothoek belichtingen. Behalve dat ze estetisch aantrekkelijk en vaak kleurrijk zijn, zijn ze vaak geschikt om de objecten (zoals nevels en sterrenhopen) in De Melkweg in hun context van veldsterren te zien.

Hier volgen enige gegevens over het Melkwegcentrum:

   Rechte klimming	 17 : 45.6 (uren:minuten)
   Declinatie		-28 : 56   (graden:minuten)
   Afstand		    28.000 (lj)  oftewel 8,585 (kpc)
De Galactische Noordpool bevindt zich op:
   Rechte klimming	 12 : 51.4 (uren:minuten)
   Declinatie		+27 : 07   (graden:minuten)
Onze Zon draait, tesamen met het hele Zonnestelsel, in een vrijwel cirkelvormige baan rondom het Melkwegcentrum op de gegeven afstand. We bewegen ons met een snelheid van ongeveer 250 km/sec en doen er zo'n 220 miljoen jaar over om één omloop te voltooien (dus het Zonnestelsel is zo'n 20 of 21 maal rond het Melkwegcentrum gedraaid sinds het circa 4,6 miljard jaar geleden werd gevormd).

Als we de richting van rotatie in beschouwing nemen, dan wentelt het Melkwegstelsel op de positie van de Zon in de richting van Rechte Klimming 21:12.0, Declinatie +48:19. Dat betekent dat het "omgekeerd" draait in het Galactische coordinatensysteem, dwz. de Galactische Noordpool is in werkelijkheid een fysische zuidpool wat betreft galactische rotatie.

De coordinaten die hier gegeven zijn komen uit de on-line coordinate calculator van Nasa's Extragalactical Database (NED).

De Lund Sterrenwacht kaart van ons Melkwegstelsel

MW_Lund_big.gif

Credit: Knut Lundmark, Copyright: Lund Sterrenwacht

7000 Sterren en De Melkweg

Dit panoramische uitzicht op de hemel is in werkelijkheid een tekening. Het werd in de jaren '40 van de 20e eeuw gemaakt onder leiding van sterrenkundige Knut Lundmark van de Lund Sterrenwacht in Zweden. Om de tekening te creëren maakten technische tekenaars gebruik van een wiskundige vervorming om de hele hemel af te beelden op een afbeelding met een ovale vorm, waarin het middenvlak van ons Melkwegstelsel horizontaal door het centrum loopt en de Galactische Noordpool zich bovenaan bevindt. Er zijn 7000 individuele sterren ingetekend als witte puntjes waarvan de afmeting overeenkomt met hun schijnbare helderheid. De "Melkweg" wolken, in werkelijkheid de gezamelijke gloed van zwakke, onopgeloste sterren in de dichtbevolkte delen van het Melkwegvlak, werden ingeschilderd, onderbroken door dramatisch donkere stofbanen. Het algehele effect lijkt fotografisch en representeert de hemel in zichtbaar licht. Kunt u vertrouwde sterrenlandschapskenmerken vinden, of sterrenbeelden? Om te beginnen is Orion herkenbaar langs de rechter rand van de afbeelding, net onder het melkwegvlak, terwijl de Grote en Kleine Magelhaanse Wolken als wazige vlekken verschijnen in het kwadrant rechtsonder.

Vergelijk deze tekening met:

Een fotografisch mozaïek van De Melkweg

milkyw_photmosaic.jpg

Fotomozaïek van De Melkweg, bijgedragen aan de Usenet groep alt.binaries.pictures.astro door Lloyd Johnson

Een Magelhaanse Muurschildering

LMC_SMC_big.gif

Credit: W. Keel (Univ. van Alabama in Tuscaloosa), Cerro Tololo (Chile)

Twee melkwegstelsels springen in het oog van waarnemers op het zuidelijk halfrond van de Aarde: de Grote Magelhaanse Wolk (GMW) en de Kleine Magelhaanse Wolk (KMW). Deze onregelmatige stelsels zijn twee van de dichtst bij onze Melkweg staande melkwegstelsels. Waarnemingen van de GMW (links) tonen dat de GMW zich op ofwel een hyperbolische (ongebonden) ofwel een vrijwel cirkelvormige baan (gebonden) rondom ons Melkwegstelsel beweegt, en hebben zelfs geholpen om de hoeveelheid en klasse van donkere materie in ons Melkwegstelsel te bepalen. De bovenstaande foto bestrijkt 40° aan de hemel. Links onder in de GMW is de Tarantulanevel (rossig rood) te ontwaren. Op de voorgrond, rechts van de KMW, is de bolhoop 47 Tucanae zichtbaar als een helder lichtpuntje.

De Grote en Kleine Magelhaanse Wolken

Malin_LMC.jpg Malin_SMC.jpg

Credit & Copyright: D. Malin (AAO), AATB, ROE, UKS Telescoop

De zuidelijke hemel bevat twee diffuse wonderen, bijna onbekend voor hemelschouwers op het noordelijk halfrond, die bekend staan als de Magelhaanse Wolken. De Magelhaanse Wolken zijn kleine onregelmatige melkwegstelsels die zich ofwel in een gebonden baan rondom ons grotere Melkweg spiraalstelsel bevinden, ofwel in een baan rondom het zwaartepunt van de Lokale Groep van melkwegstelsels. De Kleine Magelhaanse Wolk (KMW), hier afgebeeld, staat op ongeveer 200.000 lichtjaar (61 kpc) afstand en bevat veel jonge, hete, blauwe sterren, wat aangeeft dat het een recente episode van stervorming heeft doorgemaakt. Het is niet helemaal zeker of de KWM gravitationeel gebonden is aan de KWM.

AAO image reference UKS 14.
© Anglo-Australian Observatory/Royal Observatory, Edinburgh Foto van UK Schmidt platen door David Malin, text – David Malin.
De afbeelding op deze pagina werd gemaakt door David Malin met behulp van de Anglo-Australian Telescoop. Er rust copyright op deze afbeelding en hij mag alleen voor private doeleinden worden gebruikt. Neem voor enig ander gebruik, inclusief spiegeling op internet en opslag op CD-ROM, contact op met Coral Cooksley van het Anglo Australian Observatory.

De Grote Magelhaanse Wolk (GMW)

Onregelmatig (zeer laat-type spiraal)stelsel GMW, de Grote Magelhaanse Wolk in Dorado

   Rechte Klimming		  5 : 23.6 (uren:minuten)
   Declinatie			-69 : 45   (graden:minuten)
   Afstand		 	 163.000   (lj)  (oftewel 50 kpc)
   Schijnbare Helderheid	     0.1   (mag)
   Schijnbare Hoekafmeting	 650x550   (boogminuten)
De Grote Magelhaanse Wolk en zijn kleinere buur de Kleine Magelhaanse Wolk zijn opvallende objecten aan de zuidelijke hemel. Met het blote oog zien ze er uit als afzonderlijke stukjes Melkweg. Ze zijn ongetwijfeld reeds sinds de oudheid bekend op het zuidelijke halfrond, maar deze mensen lieten weinig documenten achter die tot vandaag de dag overleven. Dus was het Magelhaan en zijn ontdekkingsreis rond de wereld die hun "ontdekking" toekwam in 1519.

Beide Magelhaanse Wolken zijn onregelmatige dwergstelsels die lid zijn van onze Lokale Groep van melkwegstelsels, en wellicht satellietstelsels van (dwz. gravitationeel gebonden aan) ons Melkwegstelsel. De Grote Magelhaanse Wolk werd met zijn afstand van 163.000 lichtjaar lang beschouwd als het meest nabije melkwegstelsel buiten De Melkweg, tot in 1994 het Sagittarius dwerg elliptische melkwegstelsel (SagDEG) werd ontdekt op slechts ongeveer 80000 lichtjaar afstand. (Huidige afstanden zijn gebaseerd op waarnemingen van Cepheïde variabele sterren).

De GMW heeft minder dan één tiende van de massa van De Melkweg; niettemin bevat het het equivalent van ruim tien miljar zonsmassa's aan materie in de vorm van sterren, gas en stof. De nabijheid van de GMW maakt dat individuele sterren kunnen worden opgelost zelfs met behulp van vrij bescheiden telescopen, en diepe fotografische opnamen onthullen dat het een zeer ingewikkeld systeem betreft met grote aantallen sterrenhopen, nevels en stofwolken die schijnbaar willekeurig door het stelsel verspreid zijn. Hoewel het een vrij klein onregelmatig (of eigenlijk een zeer laat-type balkspiraalstelsel) is, is de GMW boordevol interessante objecten, zoals diffuse nevels (in het bijzonder de Tarantulanevel, NGC 2070 / 30 Doradus — het heldere rozerode vlekje aan het oostelijke uiteinde van het stelsel —, een reusachtig H II gebied), bolhopen en open sterrenhopen, planetaire nevels, en meer.

Malin_LMC_SN1987A.jpg SN1987A_Challis.jpg

Links en midden: Credit: D. Malin (AAO). GMW met Supernova SN1987A op zijn piek in helderheid, en het zelfde stukje hemel vóór de explosie. Rechts: Credit: P. Challis (CfA)/ HST. Tien jaar na de SN explosie gloeit de uitdijende puinwolk griezelig in het donker. De twee buitenste ringen bestaan uit gas dat werd uitgestoten door sterke sterwinden vanaf het oppervlak van de ster tijdens een eerder staduim in zijn evolutie, voordat hij ontplofte.

Op 24 februari 1987 werd supernova 1987A opgemerkt in de Grote Magelhaanse Wolk. Dit was de dichtstbijzijnde supernova sinds die van Kepler, die afging vóór de uitvinding van de telescoop. Supernova 1987A, eigenaardig en van type II, het resultaat van het ineenklappen van de kern van een blauwe reuzenster, was één van de interessantste objecten voor astrofysici aan het eind van de jaren '80 (sommige menen zelfs van de hele eeuw). Neutrinos die binnen enkele uren van het eerste zichtbare licht van de supernova werden gedetecteerd, bewijzen dat een neutronenster moet zijn gevormd, maar deze is nog niet direct waargenomen.

De Kleine Magelhaanse Wolk (KMW)

Onregelmatig stelsel KMW, de Kleine Magelhaanse Wolk (NGC 282) in Tucana

   Rechte Klimming              0 : 52.7 (uren:minuten)
   Declinatie                 -72 : 50   (graden:minuten)
   Afstand                     200.000   (lj)  (oftewel 61 kpc)
   Schijbare Helderheid            2.3   (mag)
   Schijnbare Hoekafmeting   280 x 160   (boogminuten)
Net als zijn grotere schijnbare buurman, de Grote Magelhaanse Wolk, is de Kleine Magelhaanse Wolk ongetwijfeld bekend aan de oudste bewoners op het zuidelijk halfrond, maar werd pas bekend dankzij het verslag van Magelhaan op zijn ontdekkingsreis rond de wereld in 1519. Het helderste deel van de Kleine Magelhaanse Wolk werd opgenomen in Dreyer's catalogus als NGC 292, een aanduiding die soms word gebruikt voor het hele stelsel. Verder kregen ook vele sterrenhopen en nevels in dit melkwegstelseltje hun eigen NGC nummers als afzonderlijke objecten.

Met het blote oog ziet dit melkwegstelseltje er uit als een afzonderlijk stukje Melkweg. Het draait in een baan om De Melkweg (gebonden) of in onze Lokale Groep (indien niet gebonden aan De Melkweg) op een afstand van zo'n 200.000 lichtjaar (61 kpc), wat het het op twee na dichtstbijzijnde melkwegstelsel maakt (na de GMW en het in 1994 ontdekte Sagittarius dwerg elliptische stelsel, SagDEG). De aangegeven afstand is gebaseerd op moderne Cepheïde waarnemingen.

De KMW is een onregelmatig stelsel, wellicht een zeer laat-type balkspiraalschijf, vervormd door gravitationale getijdekrachten als gevolg van de nabijheid tot De Melkweg en GMW, maar dit is niet helemaal zeker. Het stelseltje beval meerdere nevels en sterrenhopen die op foto's en door bescheiden telescopen te ontwaren zijn. Het was in de Kleine Magelhaanse Wolk dat Henrietta Leavitt de periode–lichtkracht relatie ontdekte van Cepheïde variabele sterren, wat sindsdien één van de meest betrouwbare methoden is om afstanden van andere melkwegstelsels te bepalen, en een zeer belangrijke trap op de kosmologische afstandsladder.

Recent ontdekte buren, verborgen achter De Melkweg

Hidden Neighbours DwingelooI AntliaDEG
Saggitarius DEG CepheusI

(Dwingeloo I, SagDEG [het Sagittarius dwerg elliptische stelsel], het Antlia dwerg spheroidische stelsel, het Argo dwerg onregelmatige stelsel, Cepheus I, het Pegasus dwerg elliptische stelsel)

Sinds het midden van de jaren '90 van de vorige eeuw zijn een aantal begeleidende melkwegstelsels ontdekt die zich verborgen hadden gehouden achter de stof- en gaswolken van de Melkwegschijf. Dwingeloo I en zijn begeleider Dwingeloo II werden in 1994 ontdekt, toen sterrenkundigen de 25 m radiotelescoop in Dwingeloo op De Melkweg richtten. Ze bevinden zich achter De Melkweg op een afstand van ongeveer 5 maal die tot het Andromedastelsel, M 31.

Eveneens in 1994, ontdekte een groep Engelse sterrenkundigen een melkwegstelsel dat zich dicht bij de Melkwegschijf bevond, maar niet geheel verduisterd werd door de interstellaire materie daarin. Dat stelsel, het Sagittarius dwerg elliptische stelsel oftwel SagDEG, bleek de dichtstbijzijnde begeleider van ons Melkwegstelsel te zijn op een afstand van slechts 80.000 lichtjaar (24 kiloparsec), ongeveer de helft van de afstand tot de GMW.

Dit dwergstelseltje bleef onontdekt — ondanks zijn enorme hoekafmeting van 5°×10° aan de hemel — omdat hij alleen te detecteren valt als een geringe toename in de dichtheid van sterren aan de hemel; de eigenlijke oppervlaktehelderheid van dit stelseltje is uiterst laag.
Op zijn baan rondom De Melkweg bevindt het zich op dit moment waarschijnlijk nabij zijn dichtste punt van nadering tot het Melkwegcentrum, en er zijn sterke aanwijzingen voor gravitationele interactie: onze Melkweg rijt dit arme dwergstelseltje langzaam maar zeker uiteen en het zal niet veel omlopen meer overleven.

In 1997 ontdekte dezelfde groep sterrenkundigen een vergelijkbaar dwergstelsel in het het sterrenbeeld Antlia. Het lijkt veel op de 9 vergelijkbare begeleiders van De Melkweg, maar is interessant omdat het noch rond De Melkweg, noch rond het Andromedastelsel (M 31) draait, maar vrij in een baan door de Lokale Groep van melkwegstelsels draait. De Antlia Dwerg bevat slechts ongeveer één miljoen sterren en lijkt meer op een grote bolhoop dan op een melkwegstelsel.

Tijdens dezelfde persconferentie werd een tweede ontdekking aangekondigd, van een dwergstelsel in het sterrenbeeld Argo. Deze Argo Dwerg bevat echter zowel een jonge als een oude sterpopulatie, maar er werd geen grote hoeveelheid neutraal waterstofgas in gedetecteerd. Daarom concludeerde men, dat dit een iets verderweg gelegen melkwegstelsel betrof, langs de grenzen van of net buiten de Lokale Groep. Het is een voorbeeld van een Low Surface Brightness stelsel (LSB; een melkwegstelsel met een bijzonder lage oppervlaktehelderheid).

Nog recenter is de ontdekking van een groot, maar zwak, melkwegstelsel met de aanduiding Cepheus I. Het bevindt zich buiten onze Lokale Groep op een afstand van 6 Megaparsec, oftewel 9 maal de afstand tot M 31. Het werd ontdekt met behulp van de radiotelescoop in Dwingeloo. Ondanks zijn grote massa aan neutral waterstof straalt het verassend weinig licht uit. Dat is waarom men oorspronkelijk dacht dat het zich veel dichter bij ons Melkwegstelsel bevond.

PegasusDEG_big.gif

Credit: E. Grebel (U. Washington), P. Guhathakurta (UCO/Lick)

De nieuwste toevoeging aan onze lokale melkwegstelselfamilie is het Pegasus dwerg-spheroidische stelsel. Het is een klein, pasherkend lid van de Lokale Groep van melkwegstelsels. De Pegasus Dwerg — waarschijnlijk een satelliet van het dominante stelsel in de Lokale Groep, het grote Andromeda spiraalstelsel (M 31) — is bijna volledig verborgen in de gloed van relatief heldere voorgrondsterren in onze eigen Melkweg. Niettemin toont deze dramatische, met behulp van de Keck Telescoop gemaakte 3-kleurenafbeelding Peg dSph als een klomp van zwakkere, blauwere sterren met een diameter van ongeveer 2000 lichtjaar. De opwinding over ontdekkingen zoals van Peg dSph en andere nabij dwergstelseltjes weerkaatst het feit dat kleine stelsels een belangrijke rol spelen in de evolutie van melkwegstesels. Het zijn mogelijk de bouwstenen waaruit grotere stelsels werden opgebouwd.

De Lokale Groep van melkwegstelsels

Local Group Schematic M31

Credit en copyright van deze afbeelding van M 31: Jason Ware, jware @ galaxyphoto . com (see also his website at http://www.galaxyphoto.com/)

Het Melkwegstelsel maakt deel uit van de Lokale Groep, een relatief kleine groep van 3 grote en ruim 30 kleine melkwegstelsels, en is het op één na grootste (na het Andromedastelsel, M 31), maar misschien het massiefste, lid van deze groep. M 31 is op een afstand van zo'n 2,6 miljoen lichtjaar (785 kpc) het dichtstbijzijnde grote melkwegstelsel, maar een aantal kleine melkwegstelseltjes bevinden zich veel dichterbij: vele van de dwergstelsels in de Lokale Groep zijn satellieten of begeleiders van De Melkweg. Het dichtstbijzijnde is de hierboven genoemde SagDEG, op zo'n 80.000 lichtjaar afstand van de Zon en op zo'n 50.000 lichtjaar van het Melkwegcentrum, gevolgd door de opvallender Grote en Kleine Magelhaanse Wolken op respectievelijk 163.000 en 200.000 lichtjaar afstand.

 
Naam                  Coordinaten   Type   D(kpc)   Mv  Vo(km/s)
M31         NGC 224  00 40.0  +40 59  Sb     725   -21.1  -299
Galaxy               17 42.4  -28 55  Sbc          -20.6
M33         NGC 598  01 31.1  +30 24  Sc     795   -18.9  -180
LMC                  05 24.0  -69 48  Irr    49    -18.1   270
IC 10                00 17.7  +59 01  Irr    820   -17.6  -343
NGC 6822    DDO 209  19 42.1  -14 56  Irr    540   -16.4   -49
M32         NGC 221  00 40.0  +40 36  E2     725   -16.4  -190
NGC 205              00 37.6  +41 25  E5     725   -16.3  -239
SMC                  00 51.0  -73 06  Irr    58    -16.2   163
NGC 3109    DDO 236  10 00.8  -25 55  Irr    1260  -15.8   403   
NGC 185              00 36.2  +48 04  E3     620   -15.3  -208
IC 1613     DDO 8    01 02.2  +01 51  Irr    765   -14.9  -236
NGC 147     DDO 3    00 30.5  +48 14  E4     589   -14.8  -157
Sextans A   DDO 75   10 08.6  -04 28  Irr    1450  -14.4   325
Sextans B   DDO 70   09 57.4  +05 34  Irr    1300  -14.3   301
WLM         DDO 221  23 59.4  -15 45  Irr    940   -14.0  -116
Sagittarius          18 51.9  -30 30  dE7    24    -14.0   140
Fornax               02 37.8  -34 44  dE3    131   -13.0    53
Pegasus     DDO 216  23 26.1  +14 28  Irr    759   -12.7  -181
Leo I       DDO 74   10 05.8  +12 33  dE3    270   -12.0   285
Leo A       DDO 69   09 56.5  +30 59  Irr    692   -11.7   +26   
And II               01 13.5  +33 09  dE3    587   -11.7
And I                00 43.0  +37 44  dE0    790   -11.7
SagDIG               19 27.9  -17 47  Irr    1150  -11.0   -79
Antlia               10 01.8  -27 05  dE3    1150  -10.7   361
Sculptor             00 57.6  -33 58  dE     78    -10.7   107
And III              00 32.6  +36 12  dE6    790   -10.2
Leo II      DDO 93   11 10.8  +22 26  dE0    230   -10.2    76
Sextans              10 10.6  -01 24  dE4    90    -10.0   224
Phoenix              01 49.0  -44 42  Irr    390    -9.9    56
LGS 3                01 01.2  +21 37  Irr/dE 760    -9.7  -277
Tucana               22 38.5  -64 41  dE5    900    -9.6
Carina               06 40.4  -50 55  dE4    87     -9.2   223
Ursa Minor  DDO 199  15 08.2  +67 23  dE5    69     -8.9  -250
Draco       DDO 228  17 19.2  +57 58  dE3    76     -8.6  -289
..............................................................
More M31 companions recently announced:
And V              01074+4721
And VI   Peg  Dw   23492+2419
And VII  Cass Dw   23241+5025
..............................................................
Probable additional Local Group members:
IC 5152              21 59.6  -51 32  Irr    1600:        +121
UKS 2323-326         23 23.8  -32 40  Irr    1300:         +62
Aquarius             20 44.2  -13 01  Irr    900:         -131
..............................................................
Nearby Galaxies just outside ? Local Group:
EGB0427+63  UGC-A92  04 27.4  +63 30  Irr    2000:        -105
Cam A                04 31.5  +71 25  Irr    2000:
GR 8        DDO 155  12 56.2  +14 29  Irr    2200  -12.5  +216
Argo                 07 04.5  -58 27  Irr    3500:         554
..............................................................

NB1. tabel is oud; afstanden zijn *niet* de recentste gebaseerd op Cepheiden en/of TRGB-methode!
NB2. table mist objecten in de richting van de nabije Sculptor Groep van melkwegstelsels

Back to R.A. Jansen's homepage

Go to the top of this page.