Credit en Copyright: G. Garradd
Ons Melkwegstelsel – Een spiraalstelsel van het type SBbc, met de kern in Sagittarius
Credit: W. Keel (Univ. van Alabama in Tuscaloosa), Cerro Tololo (Chili)
De Melkweg is het melkwegstelsel waarin zich ons Zonnestelsel bevindt, evenals tenminste 200 miljard andere sterren en hun planeten, en duizenden sterrenhopen en nevels waaronder vrijwel alle objecten in Messier's catalogus die zelf geen melkwegstelsels zijn (met als enige mogelijke uitzondering M 54, die misschien deel uitmaakt van SagDEG, een klein melkwegstelseltje dat op dit moment dicht langs ons Melkwegstelsel scheert en dus voor zover we weten onze meest nabije intergalactische buur is). Alle objecten in het Melkwegwegstelsel bewegen zich in een baan rondom het gezamelijke massamiddelpunt, het Melkwegcentrum (zie hieronder).
De Melkweg is een behoorlijk groot melkwegstelsel, met een massa die waarschijnlijk ergens tussen de 750 miljard en 1000 miljard zonsmassa's ligt en een diameter van rond de 100.000 lichtjaar (ruim 30.000 kiloparsec). Radiometingen van de verdeling van waterstofwolken hebben aangetoond dat De Melkweg een spiraalstelsel is van Hubble type Sb of Sc. Recentere metingen van het DIRBE instrument aan boord van de COBE satelliet leverden overtuigend bewijs dat ons Melkwegstelsel een balkspiraal (SB) in plaats van een gewone spiraal (S) is.
Credit: COBE/DIRBE - NASA/Goddard Space Flight Center
Afbeeldingen van De Melkweg zijn extreme groothoek belichtingen. Behalve dat ze estetisch aantrekkelijk en vaak kleurrijk zijn, zijn ze vaak geschikt om de objecten (zoals nevels en sterrenhopen) in De Melkweg in hun context van veldsterren te zien.
Hier volgen enige gegevens over het Melkwegcentrum:
Rechte klimming 17 : 45.6 (uren:minuten) Declinatie -28 : 56 (graden:minuten) Afstand 28.000 (lj) oftewel 8,585 (kpc) De Galactische Noordpool bevindt zich op: Rechte klimming 12 : 51.4 (uren:minuten) Declinatie +27 : 07 (graden:minuten)Onze Zon draait, tesamen met het hele Zonnestelsel, in een vrijwel cirkelvormige baan rondom het Melkwegcentrum op de gegeven afstand. We bewegen ons met een snelheid van ongeveer 250 km/sec en doen er zo'n 220 miljoen jaar over om één omloop te voltooien (dus het Zonnestelsel is zo'n 20 of 21 maal rond het Melkwegcentrum gedraaid sinds het circa 4,6 miljard jaar geleden werd gevormd).
Als we de richting van rotatie in beschouwing nemen, dan wentelt het Melkwegstelsel op de positie van de Zon in de richting van Rechte Klimming 21:12.0, Declinatie +48:19. Dat betekent dat het "omgekeerd" draait in het Galactische coordinatensysteem, dwz. de Galactische Noordpool is in werkelijkheid een fysische zuidpool wat betreft galactische rotatie.
De coordinaten die hier gegeven zijn komen uit de on-line coordinate calculator van Nasa's Extragalactical Database (NED).
Credit: Knut Lundmark, Copyright: Lund Sterrenwacht
Vergelijk deze tekening met:
Fotomozaïek van De Melkweg, bijgedragen aan de Usenet groep alt.binaries.pictures.astro door Lloyd Johnson
Credit: W. Keel (Univ. van Alabama in Tuscaloosa), Cerro Tololo (Chile)
Credit & Copyright: D. Malin (AAO), AATB, ROE, UKS Telescoop
De zuidelijke hemel bevat twee diffuse wonderen, bijna onbekend voor hemelschouwers op het noordelijk halfrond, die bekend staan als de Magelhaanse Wolken. De Magelhaanse Wolken zijn kleine onregelmatige melkwegstelsels die zich ofwel in een gebonden baan rondom ons grotere Melkweg spiraalstelsel bevinden, ofwel in een baan rondom het zwaartepunt van de Lokale Groep van melkwegstelsels. De Kleine Magelhaanse Wolk (KMW), hier afgebeeld, staat op ongeveer 200.000 lichtjaar (61 kpc) afstand en bevat veel jonge, hete, blauwe sterren, wat aangeeft dat het een recente episode van stervorming heeft doorgemaakt. Het is niet helemaal zeker of de KWM gravitationeel gebonden is aan de KWM.
AAO image reference UKS 14.
© Anglo-Australian Observatory/Royal Observatory, Edinburgh
Foto van UK Schmidt platen door David Malin, text – David Malin.
De afbeelding op deze pagina werd gemaakt door David Malin met behulp van
de Anglo-Australian Telescoop. Er rust copyright op deze afbeelding en hij
mag alleen voor private doeleinden worden gebruikt. Neem voor enig ander
gebruik, inclusief spiegeling op internet en opslag op CD-ROM, contact op met
Coral Cooksley van het Anglo Australian Observatory.
De Grote Magelhaanse Wolk (GMW)
Onregelmatig (zeer laat-type spiraal)stelsel GMW, de Grote Magelhaanse Wolk in
Dorado
Rechte Klimming 5 : 23.6 (uren:minuten) Declinatie -69 : 45 (graden:minuten) Afstand 163.000 (lj) (oftewel 50 kpc) Schijnbare Helderheid 0.1 (mag) Schijnbare Hoekafmeting 650x550 (boogminuten)De Grote Magelhaanse Wolk en zijn kleinere buur de Kleine Magelhaanse Wolk zijn opvallende objecten aan de zuidelijke hemel. Met het blote oog zien ze er uit als afzonderlijke stukjes Melkweg. Ze zijn ongetwijfeld reeds sinds de oudheid bekend op het zuidelijke halfrond, maar deze mensen lieten weinig documenten achter die tot vandaag de dag overleven. Dus was het Magelhaan en zijn ontdekkingsreis rond de wereld die hun "ontdekking" toekwam in 1519.
Beide Magelhaanse Wolken zijn onregelmatige dwergstelsels die lid zijn van onze Lokale Groep van melkwegstelsels, en wellicht satellietstelsels van (dwz. gravitationeel gebonden aan) ons Melkwegstelsel. De Grote Magelhaanse Wolk werd met zijn afstand van 163.000 lichtjaar lang beschouwd als het meest nabije melkwegstelsel buiten De Melkweg, tot in 1994 het Sagittarius dwerg elliptische melkwegstelsel (SagDEG) werd ontdekt op slechts ongeveer 80000 lichtjaar afstand. (Huidige afstanden zijn gebaseerd op waarnemingen van Cepheïde variabele sterren).
De GMW heeft minder dan één tiende van de massa van De Melkweg; niettemin bevat het het equivalent van ruim tien miljar zonsmassa's aan materie in de vorm van sterren, gas en stof. De nabijheid van de GMW maakt dat individuele sterren kunnen worden opgelost zelfs met behulp van vrij bescheiden telescopen, en diepe fotografische opnamen onthullen dat het een zeer ingewikkeld systeem betreft met grote aantallen sterrenhopen, nevels en stofwolken die schijnbaar willekeurig door het stelsel verspreid zijn. Hoewel het een vrij klein onregelmatig (of eigenlijk een zeer laat-type balkspiraalstelsel) is, is de GMW boordevol interessante objecten, zoals diffuse nevels (in het bijzonder de Tarantulanevel, NGC 2070 / 30 Doradus — het heldere rozerode vlekje aan het oostelijke uiteinde van het stelsel —, een reusachtig H II gebied), bolhopen en open sterrenhopen, planetaire nevels, en meer.
Links en midden: Credit: D. Malin (AAO). GMW met Supernova SN1987A op zijn piek in helderheid, en het zelfde stukje hemel vóór de explosie. Rechts: Credit: P. Challis (CfA)/ HST. Tien jaar na de SN explosie gloeit de uitdijende puinwolk griezelig in het donker. De twee buitenste ringen bestaan uit gas dat werd uitgestoten door sterke sterwinden vanaf het oppervlak van de ster tijdens een eerder staduim in zijn evolutie, voordat hij ontplofte.
Op 24 februari 1987 werd supernova 1987A opgemerkt in de Grote Magelhaanse Wolk. Dit was de dichtstbijzijnde supernova sinds die van Kepler, die afging vóór de uitvinding van de telescoop. Supernova 1987A, eigenaardig en van type II, het resultaat van het ineenklappen van de kern van een blauwe reuzenster, was één van de interessantste objecten voor astrofysici aan het eind van de jaren '80 (sommige menen zelfs van de hele eeuw). Neutrinos die binnen enkele uren van het eerste zichtbare licht van de supernova werden gedetecteerd, bewijzen dat een neutronenster moet zijn gevormd, maar deze is nog niet direct waargenomen.
De Kleine Magelhaanse Wolk (KMW)
Onregelmatig stelsel KMW, de Kleine Magelhaanse Wolk (NGC 282) in
Tucana
Rechte Klimming 0 : 52.7 (uren:minuten) Declinatie -72 : 50 (graden:minuten) Afstand 200.000 (lj) (oftewel 61 kpc) Schijbare Helderheid 2.3 (mag) Schijnbare Hoekafmeting 280 x 160 (boogminuten)Net als zijn grotere schijnbare buurman, de Grote Magelhaanse Wolk, is de Kleine Magelhaanse Wolk ongetwijfeld bekend aan de oudste bewoners op het zuidelijk halfrond, maar werd pas bekend dankzij het verslag van Magelhaan op zijn ontdekkingsreis rond de wereld in 1519. Het helderste deel van de Kleine Magelhaanse Wolk werd opgenomen in Dreyer's catalogus als NGC 292, een aanduiding die soms word gebruikt voor het hele stelsel. Verder kregen ook vele sterrenhopen en nevels in dit melkwegstelseltje hun eigen NGC nummers als afzonderlijke objecten.
Met het blote oog ziet dit melkwegstelseltje er uit als een afzonderlijk stukje Melkweg. Het draait in een baan om De Melkweg (gebonden) of in onze Lokale Groep (indien niet gebonden aan De Melkweg) op een afstand van zo'n 200.000 lichtjaar (61 kpc), wat het het op twee na dichtstbijzijnde melkwegstelsel maakt (na de GMW en het in 1994 ontdekte Sagittarius dwerg elliptische stelsel, SagDEG). De aangegeven afstand is gebaseerd op moderne Cepheïde waarnemingen.
De KMW is een onregelmatig stelsel, wellicht een zeer laat-type balkspiraalschijf, vervormd door gravitationale getijdekrachten als gevolg van de nabijheid tot De Melkweg en GMW, maar dit is niet helemaal zeker. Het stelseltje beval meerdere nevels en sterrenhopen die op foto's en door bescheiden telescopen te ontwaren zijn. Het was in de Kleine Magelhaanse Wolk dat Henrietta Leavitt de periode–lichtkracht relatie ontdekte van Cepheïde variabele sterren, wat sindsdien één van de meest betrouwbare methoden is om afstanden van andere melkwegstelsels te bepalen, en een zeer belangrijke trap op de kosmologische afstandsladder.
Recent ontdekte buren, verborgen achter De Melkweg
(Dwingeloo I, SagDEG [het Sagittarius dwerg elliptische stelsel], het Antlia dwerg spheroidische stelsel, het Argo dwerg onregelmatige stelsel, Cepheus I, het Pegasus dwerg elliptische stelsel)
Sinds het midden van de jaren '90 van de vorige eeuw zijn een aantal begeleidende melkwegstelsels ontdekt die zich verborgen hadden gehouden achter de stof- en gaswolken van de Melkwegschijf. Dwingeloo I en zijn begeleider Dwingeloo II werden in 1994 ontdekt, toen sterrenkundigen de 25 m radiotelescoop in Dwingeloo op De Melkweg richtten. Ze bevinden zich achter De Melkweg op een afstand van ongeveer 5 maal die tot het Andromedastelsel, M 31.
Eveneens in 1994, ontdekte een groep Engelse sterrenkundigen een melkwegstelsel dat zich dicht bij de Melkwegschijf bevond, maar niet geheel verduisterd werd door de interstellaire materie daarin. Dat stelsel, het Sagittarius dwerg elliptische stelsel oftwel SagDEG, bleek de dichtstbijzijnde begeleider van ons Melkwegstelsel te zijn op een afstand van slechts 80.000 lichtjaar (24 kiloparsec), ongeveer de helft van de afstand tot de GMW.
Dit dwergstelseltje bleef onontdekt — ondanks zijn enorme hoekafmeting
van 5°×10° aan de hemel — omdat hij alleen te detecteren
valt als een geringe toename in de dichtheid van sterren aan de hemel; de
eigenlijke oppervlaktehelderheid van dit stelseltje is uiterst laag.
Op zijn baan rondom De Melkweg bevindt het zich op dit moment waarschijnlijk
nabij zijn dichtste punt van nadering tot het Melkwegcentrum, en er zijn
sterke aanwijzingen voor gravitationele interactie: onze Melkweg rijt dit
arme dwergstelseltje langzaam maar zeker uiteen en het zal niet veel omlopen
meer overleven.
In 1997 ontdekte dezelfde groep sterrenkundigen een vergelijkbaar dwergstelsel in het het sterrenbeeld Antlia. Het lijkt veel op de 9 vergelijkbare begeleiders van De Melkweg, maar is interessant omdat het noch rond De Melkweg, noch rond het Andromedastelsel (M 31) draait, maar vrij in een baan door de Lokale Groep van melkwegstelsels draait. De Antlia Dwerg bevat slechts ongeveer één miljoen sterren en lijkt meer op een grote bolhoop dan op een melkwegstelsel.
Tijdens dezelfde persconferentie werd een tweede ontdekking aangekondigd, van een dwergstelsel in het sterrenbeeld Argo. Deze Argo Dwerg bevat echter zowel een jonge als een oude sterpopulatie, maar er werd geen grote hoeveelheid neutraal waterstofgas in gedetecteerd. Daarom concludeerde men, dat dit een iets verderweg gelegen melkwegstelsel betrof, langs de grenzen van of net buiten de Lokale Groep. Het is een voorbeeld van een Low Surface Brightness stelsel (LSB; een melkwegstelsel met een bijzonder lage oppervlaktehelderheid).
Nog recenter is de ontdekking van een groot, maar zwak, melkwegstelsel met de aanduiding Cepheus I. Het bevindt zich buiten onze Lokale Groep op een afstand van 6 Megaparsec, oftewel 9 maal de afstand tot M 31. Het werd ontdekt met behulp van de radiotelescoop in Dwingeloo. Ondanks zijn grote massa aan neutral waterstof straalt het verassend weinig licht uit. Dat is waarom men oorspronkelijk dacht dat het zich veel dichter bij ons Melkwegstelsel bevond.
Credit: E. Grebel (U. Washington), P. Guhathakurta (UCO/Lick)
De nieuwste toevoeging aan onze lokale melkwegstelselfamilie is het Pegasus dwerg-spheroidische stelsel. Het is een klein, pasherkend lid van de Lokale Groep van melkwegstelsels. De Pegasus Dwerg — waarschijnlijk een satelliet van het dominante stelsel in de Lokale Groep, het grote Andromeda spiraalstelsel (M 31) — is bijna volledig verborgen in de gloed van relatief heldere voorgrondsterren in onze eigen Melkweg. Niettemin toont deze dramatische, met behulp van de Keck Telescoop gemaakte 3-kleurenafbeelding Peg dSph als een klomp van zwakkere, blauwere sterren met een diameter van ongeveer 2000 lichtjaar. De opwinding over ontdekkingen zoals van Peg dSph en andere nabij dwergstelseltjes weerkaatst het feit dat kleine stelsels een belangrijke rol spelen in de evolutie van melkwegstesels. Het zijn mogelijk de bouwstenen waaruit grotere stelsels werden opgebouwd.
Credit en copyright van deze afbeelding van M 31: Jason Ware, jware @ galaxyphoto . com (see also his website at http://www.galaxyphoto.com/)
Het Melkwegstelsel maakt deel uit van de Lokale Groep, een relatief kleine groep van 3 grote en ruim 30 kleine melkwegstelsels, en is het op één na grootste (na het Andromedastelsel, M 31), maar misschien het massiefste, lid van deze groep. M 31 is op een afstand van zo'n 2,6 miljoen lichtjaar (785 kpc) het dichtstbijzijnde grote melkwegstelsel, maar een aantal kleine melkwegstelseltjes bevinden zich veel dichterbij: vele van de dwergstelsels in de Lokale Groep zijn satellieten of begeleiders van De Melkweg. Het dichtstbijzijnde is de hierboven genoemde SagDEG, op zo'n 80.000 lichtjaar afstand van de Zon en op zo'n 50.000 lichtjaar van het Melkwegcentrum, gevolgd door de opvallender Grote en Kleine Magelhaanse Wolken op respectievelijk 163.000 en 200.000 lichtjaar afstand.
Naam Coordinaten Type D(kpc) Mv Vo(km/s) M31 NGC 224 00 40.0 +40 59 Sb 725 -21.1 -299 Galaxy 17 42.4 -28 55 Sbc -20.6 M33 NGC 598 01 31.1 +30 24 Sc 795 -18.9 -180 LMC 05 24.0 -69 48 Irr 49 -18.1 270 IC 10 00 17.7 +59 01 Irr 820 -17.6 -343 NGC 6822 DDO 209 19 42.1 -14 56 Irr 540 -16.4 -49 M32 NGC 221 00 40.0 +40 36 E2 725 -16.4 -190 NGC 205 00 37.6 +41 25 E5 725 -16.3 -239 SMC 00 51.0 -73 06 Irr 58 -16.2 163 NGC 3109 DDO 236 10 00.8 -25 55 Irr 1260 -15.8 403 NGC 185 00 36.2 +48 04 E3 620 -15.3 -208 IC 1613 DDO 8 01 02.2 +01 51 Irr 765 -14.9 -236 NGC 147 DDO 3 00 30.5 +48 14 E4 589 -14.8 -157 Sextans A DDO 75 10 08.6 -04 28 Irr 1450 -14.4 325 Sextans B DDO 70 09 57.4 +05 34 Irr 1300 -14.3 301 WLM DDO 221 23 59.4 -15 45 Irr 940 -14.0 -116 Sagittarius 18 51.9 -30 30 dE7 24 -14.0 140 Fornax 02 37.8 -34 44 dE3 131 -13.0 53 Pegasus DDO 216 23 26.1 +14 28 Irr 759 -12.7 -181 Leo I DDO 74 10 05.8 +12 33 dE3 270 -12.0 285 Leo A DDO 69 09 56.5 +30 59 Irr 692 -11.7 +26 And II 01 13.5 +33 09 dE3 587 -11.7 And I 00 43.0 +37 44 dE0 790 -11.7 SagDIG 19 27.9 -17 47 Irr 1150 -11.0 -79 Antlia 10 01.8 -27 05 dE3 1150 -10.7 361 Sculptor 00 57.6 -33 58 dE 78 -10.7 107 And III 00 32.6 +36 12 dE6 790 -10.2 Leo II DDO 93 11 10.8 +22 26 dE0 230 -10.2 76 Sextans 10 10.6 -01 24 dE4 90 -10.0 224 Phoenix 01 49.0 -44 42 Irr 390 -9.9 56 LGS 3 01 01.2 +21 37 Irr/dE 760 -9.7 -277 Tucana 22 38.5 -64 41 dE5 900 -9.6 Carina 06 40.4 -50 55 dE4 87 -9.2 223 Ursa Minor DDO 199 15 08.2 +67 23 dE5 69 -8.9 -250 Draco DDO 228 17 19.2 +57 58 dE3 76 -8.6 -289 .............................................................. More M31 companions recently announced: And V 01074+4721 And VI Peg Dw 23492+2419 And VII Cass Dw 23241+5025 .............................................................. Probable additional Local Group members: IC 5152 21 59.6 -51 32 Irr 1600: +121 UKS 2323-326 23 23.8 -32 40 Irr 1300: +62 Aquarius 20 44.2 -13 01 Irr 900: -131 .............................................................. Nearby Galaxies just outside ? Local Group: EGB0427+63 UGC-A92 04 27.4 +63 30 Irr 2000: -105 Cam A 04 31.5 +71 25 Irr 2000: GR 8 DDO 155 12 56.2 +14 29 Irr 2200 -12.5 +216 Argo 07 04.5 -58 27 Irr 3500: 554 .............................................................. NB1. tabel is oud; afstanden zijn *niet* de recentste gebaseerd op Cepheiden en/of TRGB-methode! NB2. table mist objecten in de richting van de nabije Sculptor Groep van melkwegstelsels